Op dit rapport rust copywright. U kunt het rapport hier bestellen.
Rapportage aangaande vergunningverlening recreatiewoningen Moordrecht.
Onderzoek uitgevoerd door:
Stichting Gedonder Groep
K. Wittop Koning
Oosteinde 11 H82
2841AA Moordrecht
Rapport opgemaakt:
18 maart 2016
Definitief:
1 juni 2017
Inhoud:
Blz
3 Voorwoord en dankbetuiging
4 Samenvatting
5 Verloop onderzoek
6 Uitwerking Vissertje, Moordrecht
7 Uitwerking Poldertuin, Moordrecht
8 Uitwerking de IJsseldreef, Moordrecht
9 Uitwerking Klein Moordrecht, Moordrecht
10 Opgevraagde documentatie
14 uitwerking digitaal opgenomen gesprek met betrekking tot de afwezigheid van de dossiers in het archief
Bijlagen:
1 Uitspraak rechtbank SGR 14/46721
2 Uitspraak Raad van State RVS:2016:302
3 Brief vergunning Vissertje 9
4 Rapport Interconcept 2013
5 Beleidsnota niet-recreatief gebruik van Recreatieverblijven 2012
6 Lijst aangeleverde dossier vergunningen
7 Lijst pgo’s van Zuidplas
8 Lijst samenvoeging lijsten uitwerking
9 Mandaatlijsten
10 Missende documenten
11 besluit 2014018049
12 wobverzoeken en besluiten
Leeswijzer:
Staat niet bekend als vergund perceel/aangevraagd :
Dit betekent dat het perceel niet op de lijst van vergunde percelen voorkomt die Zuidplas voor dit onderzoek overhandigd heeft. Ook komt het perceel niet voor op een van de onderzochte mandaatlijsten of in de bekendmakingen zoals gepubliceerd in krant, maar er zijn wel documenten overlegd aangaande gedogen.
is aangevraagd, besluit onbekend:
Dit betekent dat het perceel wel teruggevonden is op een mandaatlijst of bekendmaking zoals gepubliceerd in krant maar dat er geen besluit bekend is en daarom geen wetenschap of er wel of niet vergund is.
Is vergund:
Dit betekent dat het perceel op de aangeleverde lijst van vergunde percelen staat of op een mandaatlijst voorkomt met toegekend.
Dankbetuiging
Dit onderzoek heeft ruim 3 jaar in beslag genomen, en is nog steeds in ontwikkeling omdat er steeds weer nieuwe gedocumenteerd gevallen bekend worden waardoor dit rapport aangevuld moet worden. Drie jaar heeft mijn gezin moeten leven met iemand die zich volledig inzette ten behoeve van recreatiewoningbezitters in Zuidplas. Mijn dochter Sanne en mijn man Martin ben ik dankbaar voor hun geduld en steun. Nanda, Madeleine, Gerard, Jan, Harold en Florentien bedankt voor het sparren, het meedenken, het helpen aanbrengen van structuur in de soms chaos, en het zijn van een eilandje waar ik even tot rust kon komen.
Voorwoord
Het in 2010 ingezette handhavingsbeleid van de gemeente Zuidplas, wekte de indruk dat er geen eenduidige grondslag aan de basis lag met betrekking tot het handhaven, vergunnen of gedogen. Dit was de aanleiding voor dit onderzoek.
Omdat wij het onderzoek alleen wilden baseren op harde gegevens, verstrekt door de gemeente Zuidplas, zijn er ruim 1000 wobverzoeken ingediend en de nodige openbare informatie en correspondenties met en van de gemeente Zuidplas verzameld.
Na een zorgvuldige analyse van de verstrekte gegevens bleek de beschikbare informatie onvoldoende te zijn om tot enige conclusie te komen ten aanzien van het beleid van de gemeente Zuidplas.
Uit de beschikbare gegevens, of liever het ontbreken daarvan, en de zorgwekkende inconsistenties was er aanleiding om de zorgvuldigheid van de archivering nader te onderzoeken. De basis voor zorgvuldig handhaven zou een complete en consistente administratie moeten zijn.
Het resultaat van deze inspanning ligt nu voor u ter kennisname.
Samenvatting:
Uit analyse van de door Zuidplas verstrekte informatie blijkt:
- Van de volgens de gemeente vergunde percelen is in meer dan de helft (waarschijnlijk 70%) geen documentatie in de archieven terug te vinden.
- Van de sinds 2010 openbare mandaatlijsten waar vergunningaanvragen bekend op worden gemaakt is ( het archief ) de archivering verregaand onvolledig.
- Van de periode 1993 tot 2010 zijn bij de gemeente geen afgewezen aanvragen bekent terwijl dit aantoonbaar onjuist is.
Het wekt dan ook geen verbazing dat:
- De gemeente in verschillende officiële documenten verschillende aantallen gedoogden overlegt.
- Er verschillende handhavingstrajecten zijn gestart en naderhand bleken de bewoners aan te kunnen tonen dat deze vergund zijn bijvoorbeeld de familie Jongerling (bijlage 3)
- De Raad van State op 10 februari 2016 (201501606/1/A3) op bladzijde 5 kop 5.1 laatste alinea heeft uitgesproken dat: “Hierbij wordt van belang geacht dat het college ter zitting van de Afdeling te kennen heeft gegeven dat niet in alle gevallen waarin permanente bewoning werd gedoogd een besluit is genomen waarin dat te kennen is gegeven.
Uit bovenstaande blijkt dan ook dat de basis voor een zorgvuldige uitvoering van het gemeentebeleid aangaande permanente bewoning recreatiewoningen ontbreekt.
Er zijn aanwijzingen dat de noodzakelijke zorgvuldigheid ten aanzien van vastleggen en administreren nog steeds niet op orde zijn. Dit is voor ons aanleiding om ook daar nader onderzoek naar te gaan doen.
Verloop van het onderzoek:
Eind 2013 is er begonnen met het onderzoek door middels de Wet Openbaarheid van Bestuur opvragen van documenten die te maken hebben met handhaving en vergunningverlening om in de recreatiewoningen te wonen vanuit het verleden.
Het onderzoek heeft zich Zuidplasbreed ingezet, echter dit rapport spitst zich toe op slechts Moordrecht. Het Zuidplasbrede rapport zal eind 2017/begin 2018 gereed zijn.
Op een wobverzoek aangaande meerdere percelen kwam een besluit terug dat deze te algemeen was en daarom afgewezen werd. Naar aanleiding van dat besluit is er per perceel één wob ingediend, immers een wob aangaande meerdere percelen was te ruim geformuleerd. De gemeente Zuidplas had feitelijk per wob een besluit moeten nemen en de stukken moeten toezenden of aan moeten geven dat de stukken niet in de archieven gevonden zijn, danwel er nooit een vergunning is aangevraagd.
Aan de bevindingen in dit rapport staan deze Wob-verzoeken centraal. Dit rapport is opgebouwd uit de beantwoording van deze Wob-verzoeken en de daarbij geopenbaarde documenten en aangeleverde lijsten door de gemeente Zuidplas.
De Wob-verzoeken zijn per recreatieperceel ingediend. Gevraagd werd naar de volgende informatie als niet duidelijk was of er een vergunning rustte op het perceel, of de bewoners van dat perceel :
- Perceel ** op De Bonk komt niet op uw lijst van vergunde percelen voor. Is er in of na 1993 een gedoogvergunning (persoons- of perceelgebonden) aangevraagd voor perceel ** van recreatiepark De Bonk?
- Zo ja, op welke gronden is deze vergunning afgewezen?
- Hoe is deze afwijzing tot gedoogbeschikking tot stand gekomen? (kopieën van de aanvraag, besluitvorming argumentatie e.d.)
- Worden op dit perceel, op basis van vermoeden volgens uw laatste visuele controles, arbeidsimmigranten gehuisvest?
- Wordt er recreatief gebruik van gemaakt?
- Of wordt er (illegaal) permanent gewoond door eigenaar van het huis/chalet/caravan?
Bij percelen waarvan wel bekend was dat er een vergunning op rust (persoonlijk of perceel) is de volgende vraagstelling per perceel ingediend:
- Op recreatiepark De IJsseldreef perceel ** is een vergunning afgegeven. Is dit een perceelgebonden of een persoonsgebonden vergunning?
- Wanneer is deze vergunning afgegeven?
- Door wie is deze vergunning afgegeven?
- Op welke gronden is deze vergunning afgegeven?
- Hoe is het besluit te vergunnen tot stand gekomen? (kopieën van de aanvraag, besluitvorming, argumentatie e.d.)
- Wordt dit perceel volgens de standaarden van uw handhavingsbeleid nog bewoond door de vergunden?
- Of zijn in dit perceel arbeidsimmigranten gehuisvest?
Er waren op het moment van de start van het onderzoek 955 recreatiepercelen in Zuidplas. Er zijn 955 wobverzoeken ingediend.
De Raad van State heeft op 10 februari 2016 (201501606/1/A3) op bladzijde 5 kop 5.1 laatste alinea uitgesproken: “Hierbij wordt van belang geacht dat het college ter zitting van de Afdeling te kennen heeft gegeven dat niet in alle gevallen waarin permanente bewoning werd gedoogd een besluit is genomen waarin dat te kennen is gegeven”.
Dit is van belang gezien de bewijslast in het bestuursrecht. Het kan immers zo zijn dat er een gedoogbeschikking is afgegeven aan een perceel of persoon maar dat hij of zij deze beschikking niet meer in zijn/haar bezit heeft. Ook is het mogelijk dat een vorige eigenaar verzuimd heeft dit aan de huidige eigenaar mede te delen zou het een perceelsgebonden gedoogbeschikking zijn. Dan zou het zo kunnen zijn dat de gemeente handhaaft op een gedoogd perceel en de eigenaar van dat perceel niet kan aantonen dat het perceel vergund is waardoor de eigenaar van dit perceel schade ondervindt door het handhaven. Thans hebben zich meerdere gevallen geopenbaard waar dit daadwerkelijk aan de hand was.
Familie Jongerling is eigenaar en bewoner van huisje 9a op het Vissertje. Begin 2013 kreeg familie Jongerling een vooraankondiging last onder dwangsom wegens bewoning in strijd met het bestemmingsplan. Familie Jongerling heeft de in 1994 verstrekte persoonsgebonden gedoogbeschikking kunnen vinden in diens administratie waardoor Zuidplas niet anders kon dan afzien van handhaving. (bijlage 3)
Gezien de geopenbaarde documenten met betrekking tot deze wobverzoeken is het niet geheel ondenkbaar dat het bovenstaande op meerdere thans gehandhaafde (in het verleden gehandhaafde, en in de toekomst nog te handhaven) kavels van toepassing is. Zouden de bewoners deze vergunning niet meer kunnen vinden dan ontstaat er een juridisch niet correcte verhouding. Immers rust er dan wel degelijk een vergunning op het perceel alleen zijn beide partijen die vergunning kwijt. Wat er dan overblijft aan bewijsmateriaal voor de gehandhaafde is slechts het gedrag, dus het wonen, werken en leven vanuit de woning. Het gedrag is echter ook hetgeen de Gemeente Zuidplas op handhaaft, hierdoor ontstaat een vacuüm.
Ontbrekende documenten
Ten aanzien van het handhaven in het verleden is het duidelijk dat veel essentiële documenten niet meer te traceren zijn in de archieven. Zuidplas refereert in bijna elk besluit dat de documenten niet aanwezig zijn in de archieven of in eerdere besluiten toegezonden zijn. Het in eerdere besluiten toegezonden zijn kan niet aan de orde zijn, er is niet in eerdere verzoeken gevraagd om de stukken.
Bij bijna alle besluiten wordt verwezen naar besluit 2014018049 als zijnde het besluit waarbij de gevraagde documenten geopenbaard zijn. Besluit 2014018049 is een afwijzend besluit.
Vergunningverlening ‘t-Vissertje Moordrecht:
Volgens de door Zuidplas aangeleverde lijsten is de situatie op ‘t- Vissertje als volgt:
Aantal percelen : 64
Vergunde percelen : 10 (volgens lijst PGO en Mandaatlijsten)
Onbekend : 54
Zuidplas heeft naar aanleiding van de 84 ingediende wobverzoeken de volgende documentatie gevonden in de archieven:
Perceel 3 0 documenten is vergund
Perceel 5 6 documenten is vergund
Perceel 6 0 documenten is vergund
Perceel 7 15 documenten is vergund
Perceel 9 1 document is vergund
Perceel 11 1 document is vergund
Perceel 12 1 document is vergund
Perceel 30 0 documenten is aangevraagd, besluit onbekend
Perceel 39 1 document is vergund
Perceel 48 1 document is aangevraagd, besluit onbekend
Tussen 1993 tot en met 2013 zijn er volgens de gegevens van Zuidplas géén vergunningen gevraagd voor een van de overige 74 percelen op ‘t-Vissertje, althans daar is geen documentatie over overlegd. Het is hoogst ongeloofwaardig dat er geen verzoeken zijn geweest in de periode 1993 tot en met 2013. In 1994 heeft het toenmalige college besloten dat iedereen die aantoonbaar vóór 1993 in hun recreatiewoning woonden in aanmerking kwam voor een gedoogbeschikking. Vooral in de jaren 1994 t/m 1996 zullen daarom veel aanvragen gedaan zijn.
In 2013 heeft Interconcept op verzoek van de Gemeente Zuidplas een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid tot legalisatie. In het rapport staat vermeld op bladzijde 7 dat op het Vissertje 18 gedoogden zijn.
In de beleidsnota niet recreatiefgebruik van recreatieverblijven uit 2012 staat op bladzijde 8 dat er 5 personen gedoogd zijn.
Conclusie:
Het documenteren, administreren en archiveren met betrekking tot de aangevraagde, toegekende of afgewezen Persoons/Perceelsgebonden omgevingsvergunningen aangaande recreatiepark ‘t-Vissertje laat ernstig te wensen over en kan om die reden nooit de basis vormen om handhavend op te kunnen treden. Daarnaast erkent Zuidplas dat er in de periode 1997 t/m 2010 geen handhavingsuitvoeringsprogrammas zijn vastgesteld in Moordrecht (SGR 14/6721 Rechtbank Den Haag).
Vergunningverlening de Poldertuin, Moordrecht:
Volgens de door Zuidplas aangeleverde lijsten is de situatie op de Poldertuin als volgt:
Aantal percelen : 97
Vergunde percelen : 16 (volgens lijst PGO en Mandaatlijsten)
Onbekend : 81
Zuidplas heeft naar aanleiding van de 95 ingediende wobverzoeken de volgende documentatie gevonden in de archieven:
Perceel 51 10 documenten is vergund
Perceel 54 1 document is vergund
Perceel 60 1 document is vergund
Perceel 62 1 document is vergund
Perceel 63 3 document is vergund
Perceel 65 1 document is vergund
Perceel 75 11 documenten Staat niet bekend als vergund perceel/aangevraagd
Perceel 78 1 document is vergund
Perceel 86 1 document is vergund
Perceel 90 1 document is vergund
Perceel 103 1 document is vergund
Perceel 110 1 document is vergund
Perceel 121 0 documenten is aangevraagd besluit onbekend
Perceel 123 1 document is vergund
Perceel 128 1 document is vergund
Perceel 143 2 documenten is vergund (in februari 2013 toegekend)
Perceel 144 1 document is vergund
Perceel 122 3 documenten is aangevraagd (in mei 2012 geweigerd)
In 2013 heeft Interconcept op verzoek van de Gemeente Zuidplas een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid tot legalisatie. In het rapport staat vermeld op bladzijde 7 dat op de Poldertuin 40 gedoogden zijn. Het kan zijn dat er meerdere gedoogden op een perceel wonen.
In de beleidsnota niet recreatiefgebruik van recreatieverblijven uit 2012 staat op bladzijde 8 dat er 15 personen gedoogd zijn. Aangezien Zuidplas heeft aangeleverd dat er op 16 percelen vergunde mensen wonen is ook hier wederom een discrepantie in de eigen cijfers.
Tussen 1993 tot en met 2013 zijn er volgens de gegevens van Zuidplas drie vergunningen gevraagd 122 is in mei 2012 geweigerd, 143 is in februari 2013 toegekend en van 121 is het besluit onbekend.
Van perceel 75 zijn documenten overlegd. Perceel 75 komt niet voor in de mandaatlijsten, ook niet op de lijst vergunde percelen. Gezien de hoge mate van anonymisering van de overlegde documenten was het niet mogelijk na kunnen zoeken wat er precies aangeleverd is aan documentatie van perceel 75. Het zou kunnen beteken dat er ooit een vergunning aangevraagd is maar dat deze afgewezen is en dat er geen melding is gemaakt op de mandaatlijsten. Het kan ook dat dit een van de percelen is waar er geen schriftelijk besluit aan ten grondslag ligt zoals in verweer aangevoerd bij de rechtbank en de Raad van State door Zuidplas.
Conclusie:
Het documenteren, administreren en archiveren met betrekking tot de aangevraagde, toegekende of afgewezen Persoons/Perceelsgebonden omgevingsvergunningen aangaande recreatiepark de Poldertuin laat ernstig te wensen over en kan om die reden nooit de basis vormen om handhavend op te kunnen treden. Daarnaast erkent Zuidplas dat er in de periode 1997 t/m 2010 geen handhavingsuitvoeringsprogrammas zijn vastgesteld (SGR 14/6721 Rechtbank Den Haag).
Vergunningverlening IJsseldreef, Moordrecht:
Volgens de door Zuidplas aangeleverde lijsten is de situatie op de IJsseldreef als volgt:
Aantal percelen : 119
Vergunde percelen : 1 (volgens lijst PGO en Mandaatlijsten)
Onbekend : 118
Zuidplas heeft naar aanleiding van de 119 ingediende wobverzoeken de volgende documentatie gevonden in de archieven:
Perceel 15 3 documenten is vergund
In 2013 heeft Interconcept op verzoek van de Gemeente Zuidplas een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid tot legalisatie. In het rapport staat vermeld op bladzijde 7 dat op de IJsseldreef 7 gedoogden zijn. Het kan zijn dat er meerdere gedoogden op een perceel wonen, echter zou dit betekenen dat op perceel 15 van de IJsseldreef 7 personen wonen die gedoogd zijn.
In de beleidsnota niet recreatiefgebruik van recreatieverblijven uit 2012 staat op bladzijde 8 dat er 1 persoon gedoogd is.
Op de IJsseldreef staan hoofdzakelijk chalets. Het is niet aannemelijk dat 7 personen in een chalet wonen als we de aantallen gedoogden van het rapport van Interconcept aanhouden.
Tussen 1993 tot en met 2013 zijn er volgens de gegevens van Zuidplas géén vergunningen gevraagd voor een van de overige percelen op de IJsseldreef, althans daar is geen documentatie over overlegd. Het is hoogst ongeloofwaardig dat er geen verzoeken zijn geweest in de periode 1993 tot en met 2013. In 1994 heeft het toenmalige college besloten dat iedereen die aantoonbaar vóór 1993 in hun recreatiewoning woonden in aanmerking kwam voor een gedoogbeschikking. Vooral in de jaren 1994 t/m 1996 zullen daarom veel aanvragen gedaan zijn.
Conclusie: Op de IJsseldreef zouden meer percelen gedoogd moeten zijn. Van het enige bekende gedoogde perceel zijn slechts 3 documenten overlegd. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat 7 gedoogde mensen op één perceel wonen.
Het documenteren, administreren en archiveren met betrekking tot de aangevraagde, toegekende of afgewezen Persoons/Perceelsgebonden omgevingsvergunningen aangaande recreatiepark de IJsseldreef laat ernstig te wensen over en kan om die reden nooit de basis vormen om handhavend op te kunnen treden. Daarnaast erkent Zuidplas dat er in de periode 1997 t/m 2010 geen handhavingsuitvoeringsprogrammas zijn vastgesteld (SGR 14/6721 Rechtbank Den Haag).
Vergunningverlening Klein Moordrecht, Moordrecht:
Volgens de door Zuidplas aangeleverde lijsten is de situatie op Klein Moordrecht als volgt:
Aantal percelen : 51
Vergunde percelen : 2 (volgens lijst PGO en Mandaatlijsten)
Onbekend : 48
Zuidplas heeft naar aanleiding van de 48 ingediende wobverzoeken de volgende documentatie gevonden in de archieven:
Perceel 27 17 documenten is vergund feb 2013
Perceel 41 45 documenten is vergund mei 2013
In 2013 heeft Interconcept op verzoek van de Gemeente Zuidplas een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid tot legalisatie. In het rapport staat vermeld op bladzijde 7 dat op de Klein Moordrecht 11 gedoogden zijn. Het kan zijn dat er meerdere gedoogden op een perceel wonen, echter zou dit betekenen dat op deze twee percelen 11 mensen wonen.
In de beleidsnota niet recreatiefgebruik van recreatieverblijven uit 2012 staat op bladzijde 8 dat er 2 personen gedoogd zijn. Het vreemde is dat deze personen pas in 2013 vergund zijn volgens de mandaatlijsten.
Op Klein Moordrecht staan hoofdzakelijk chalets. Het is niet aannemelijk dat 11 personen in twee chalets wonen.
Tussen 1993 tot en met 2013 zijn er volgens de gegevens van Zuidplas géén vergunningen gevraagd voor een van de overige percelen op Klein Moordrecht, althans daar is geen documentatie over overlegd. Het is hoogst ongeloofwaardig dat er geen verzoeken zijn geweest in de periode 1993 tot en met 2013. In 1994 heeft het toenmalige college besloten dat iedereen die aantoonbaar vóór 1993 in hun recreatiewoning woonden in aanmerking kwam voor een gedoogbeschikking. Vooral in de jaren 1994 t/m 1996 zullen daarom veel aanvragen gedaan zijn.
Conclusie: Op Klein Moordrecht zouden meer percelen gedoogd moeten zijn. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat 11 gedoogde mensen op twee percelen wonen zouden we de gedoogdencijfers van het rapport van Interconcept aanhouden.
Het documenteren, administreren en archiveren met betrekking tot de aangevraagde, toegekende of afgewezen Persoons/Perceelsgebonden omgevingsvergunningen aangaande recreatiepark Klein Moordrecht laat ernstig te wensen over en kan om die reden nooit de basis vormen om handhavend op te kunnen treden. Daarnaast erkent Zuidplas dat er in de periode 1997 t/m 2010 geen handhavingsuitvoeringsprogrammas zijn vastgesteld (SGR 14/6721 Rechtbank Den Haag
Missende documenten
Tot aan de Raad van State is volgehouden dat de navolgende documenten niet meer in de archieven aanwezig zijn.
– Kopie collegebesluiten handhaving percelen 8 en 25 Vissertje
– Kopie collegebesluit handhaving perceel Poldertuin 82
– Kopie collegebesluit handhaving perceel 1 Klein Moordrecht.
– Een kopie van het gespreksverslag van wethouder G.Gravensteyn en J.Oomen met de bestuursleden G.Mellegers en R.Uitenboogaard en beheerder J.Schomaker van de VVE Poldertuin/’t Vissertje d.d. 25 januari 2007.
– Een kopie van het gesprekverslag van de Raadsvergadering van 31 januari 2006.
– Een kopie van het gespreksverslag van de commissie Permanente Bewoning Recreatieverblijven d.d. 30 november 2005.
– Een kopie van het gesprekverslag van de vergadering die op 03 januari 2006 tot Collegebesluit inzake voorlopig standpunt m.b.t. legalisering permanente bewoning recreatiewoningen leidde.
– Een kopie van het concept raadsvoorstel dat aan de Gemeenteraad ter kennis werd gebracht n.a.v. Collegebesluit 03 januari 2006.
– Een kopie van het gespreksverslag van de gezamenlijke commissievergadering d.d. 26 januari 2006.
– Een kopie van de folder die door de gemeente Moordrecht wordt uitgereikt aan personen die zich in het GBA laten inschrijven op het adres van een recreatiepark (zoals vermeld in de toelichting bij de notitie B&W van 28 juli 2007).
– Kopie van alle antwoorden van de exploitanten en de VvE op de brief van de gemeente Moordrecht van 19-5 2005 waarin zijn op de hoogte worden gebracht van het raadsbesluit tot onderzoek wel/niet legaliseren van recreatiewoningen dd 15-12-2004
– Een kopie van het gespreksverslag van de gezamenlijke commissievergadering waarin het rapport van Interconcept aangaande legalisering/niet legalisering is besproken dd 26-1-2006
– Kopie informatiefolder uit 1996 waarin uitleg wordt gegeven over de regels t.a.v. de recreatieparken in Moordrecht. Dit betreft tevens de folder zoals genoemd in de brief aan dhr. Klisman.
– Kopieën van de besprekingsverslagen van de bijeenkomt VvE poldertuin/gemeente Moordrecht van 18-12-1998 en 13-1-1998.
– Een kopie van het handhavingsprogramma inzake permanente bewoning recreatieparken zoals dat van toepassing was t/m 31-12-1998 en alle besluiten waarin duidelijk wordt hoe dit programma uitgevoerd gaat worden..
– Schriftelijke overeenkomst Bellevue waarin de gemaakte afspraken bevestigd worden aangaande het vastgestelde beleid in okt 1993
– Het besluit waarin de gemeente Moordrecht de hoogte van de dwangsom vaststelt
– Collegebesluit vooraankondiging dwangsom huisje 22 op het vissertje 15-5-1995
– Krantenartikelen waaruit blijkt dat de informatiefolder uit 1996 is gepubliceerd
– Gespreksverslagen gemeente/ vve van 1-6-1995. 2-5-1996, 18-12-1997, 13-1-1997, 9-11-1998
– Een kopie van de bij GBA inschrijving op een recreatiepark uitgereikte vooraankondiging (zoals vermeld in de Bespreeknotitie Permanente Bewoning Recreatieverblijven t.b.v MT 2e versie 16-09-2004, pag.1).(overhandigd op 17-4-2014)
– Kopieën van de bevelen tot opzetting (evt. geanonimiseerd) n.a.v. handhavend optreden tegen permanente bewoning recreatieverblijven door de gemeente Moordrecht. Of andere bewijzen (evt. geanonimiseerd) waaruit blijkt dat er n.a.v. handhavend optreden uitzettingen zijn geweest (zoals vermeld in bovengenoemde notitie t.b.v. MT 16-09-2004, pag.1).(overhandigd perceel 77 en perceel 88 Poldertuin op 17-4-2014)
– Een kopie van de aanschrijving die de gemeente Moordrecht verstuurt direkt nadat er een GBA inschrijving op een van de recreatieparken heeft plaatsgevonden (zoals vermeld in eerder genoemde bespreeknotitie t.b.v. MT 16-09-2004 op pag.4). N.B.:Bovengenoemde notitie is tevens de startnotitie Permanente bewoning recreatieverblijven waar op 21 september 2004 een collegebesluit over is genomen. (overhandigd op 17-4-2014)
– Een kopie van het raadsbesluit van 07 december 2004 met de daarbij behorende raadsopdracht.( de beleidsopdracht is ontvangen op 17-4-2014)
– Kopieën van alle notities van B&W, collegebesluiten, raadsvoorstellen, raadsverslagen en bijbehorende stukken aangaande permanente bewoning recreatieparken van 17 november 1998 t/m 17 mei 2005.
– Een kopie van de handhavingsnotitie uit 2002 met bijbehorend uitvoeringsprogramma.
– Bewijzen waaruit blijkt dat nieuwe kopers van een recreatiewoning op het gemeentehuis een reeds bestaand informatieblad voor gezien hebben getekend, vanaf 27 juni 1993 t/m 01.01.2010
– Een kopie van bovengenoemd informatieblad (op 27 juni 1993 reeds aanwezig op het gemeentehuis van Moordrecht )
– De schriftelijke overeenkomsten die n.a.v. het vastgestelde beleid in oktober 1993 zijn gemaakt met de eigenaren van de recreatieparken m.b.t. hun medewerking aan de uitvoering van dat beleid, alsmede over een goede voorlichting aan (aspirant) bewoners van het park (vanaf 05 oktober 1993 t/m 01.01.2010). In elk geval de overeenkomst zoals genoemd onder no.4 van het op 5 oktober 1993 vastgestelde beleid !
– De brieven van dhr.Hofman en mevr.Klisman waarin zij de huis aan huis verspreiding van de brief van B&W d.d. 21 december 1993 bevestigen.
– De brief waarin Bellevue Roermond na aankoop van 2 recreatieparken ( 02 september 1993 notarieel vastgestelde koopovereenkomst 03-01-1994 akte juridische levering ) op de hoogte wordt gesteld van het per 1 januari 1994 ingevoerde beleid t.a.v. permanente bewoning.
Conclusie:
Het ontbreken van deze documenten in de archieven tezamen met de tijdens de rechtszaken gevoerde verweer dat er geen handhavingsuitvoeringsprogramma is vastgesteld voor de periode 1993 tot 2010 draagt bij aan de stelling dat er in het verleden niet adequaat gehandhaafd is.
Het complete rapport kunt u hier bestellen.